Zagen:
Het zagen van de platen dient te gebeuren met een hand- of elektrische zaag met een blad van 6-8 tanden per cm. Het handzagen dient rustig onder een kleine hoek te gebeuren. Het elektrisch zagen dient te gebeuren met een 40/60 diamant blad met medium constante snelheid. Het zagen dient zorgvuldig te gebeuren om enige trilling en spanning tijdens het zagen tegen te gaan. Extra aandacht dient er geboden te worden bij het zagen onder lage en hoge temperaturen.
Boren:
Er dient geboord te worden met lage snelheid. Een standaard metaalboor voldoet en tijdens het boren moet elke vorm van vibratie of spanning worden tegengaan. Extra aandacht dient er geboden te worden bij het boren onder lage temperaturen. Het te boren gat dient altijd minimaal 4 mm groter te zijn dan de diameter van de toe te passen bevestigingsbouten. Men dient er altijd voor zorg te dragen dat het geboorde gat goed afgedicht wordt d.m.v. een afsluiting.
Montage:
Bij het plaatsen dient men de volgende richtlijnen te volgen:
- 1. Bij montage op houten gordingen dient het hout door en door droog te zijn.
- 2. De ondergrond waarop de platen gemonteerd worden dient licht van kleur te zijn (het liefst wit). Bij montage op stalen gordingen dienen de gordingen afgeplakt te worden met een reflecterende aluminium tape.
- 3. Bij montage op daken dient de helling van het dak minimaal 5 o te zijn.
- 4. Bij dakplaten dienen de platen altijd in de top van de golf bevestigd te worden en bij wandplaten in het dal van de golf. Men kan gebruik maken van de standaard bevestigingsmaterialen zoals b.v. houtdraadbouten of haken eventueel met een afstandhouder.Spijker of niet de platen nooit! Montage dient minimaal 50 mm vanaf de rand van de plaat te gebeuren.
- 5. De platen dienen met de windrichting mee gemonteerd te worden.
- 6. P.V.C. platen zijn niet geschikt voor dubbelwandige constructies!
- 7. De platen mogen geen direct contact hebben met een warmtebron (heetwaterleidingen, schoorsteen, enz.).